top of page

Memorandum voor het Zoniënwoud met het oog op komende verkiezingen



DRUIVENSTREEK - De Stichting Zoniënwoud verspreidde een memorandum ter ondersteuning en bescherming van dit uitzonderlijke natuurlijke erfgoed. En dat naar aanleiding van de komende verkiezingen. Door middel van dat memorandum voor het Zoniënwoud worden toekomstige verkozenen opgeroepen om actie te ondernemen opdat het Zoniënwoud gevrijwaard mag blijven.

Het Zoniënwoud is een gebied met een hoge biologische waarde dat zich uitstrekt over 5.000 hectare en 11 gemeenten. Het wordt gezamenlijk en in het kader van de Structuurvisie door de drie gewesten beheerd. Het is een oud bos waarvan het reliëf niet is veranderd sinds de laatste ijstijd, een uniek archief van de bodem- en archeologische activiteit die er de afgelopen 10.000 jaar heeft plaatsgevonden. Met het oog op de opwarming van de aarde biedt het Zoniënwoud ons ecosysteemdiensten die van onschatbare waarde zijn, zoals koolstofopslag en regulering van de waterhuishouding. Het woud fungeert tevens als een natuurlijke airco voor de omliggende gemeenten en de vele inwoners van het dichtbevolkte centrum van ons land.

In een wereldwijde context waarin de biodiversiteit er sterk op achteruit gaat, is het Zoniënwoud een kostbaar toevluchtsoord voor zeldzame wilde fauna en flora. Uniek in Europa wegens de nabijheid van de grootstad, komt het Zoniënwoud tegemoet aan de toenemende behoefte van de stedelijke bevolking en bezoekers die op zoek zijn naar ontspanning en herbronning. Anderzijds legt dit hoge bezoekersaantal een aanzienlijke druk op de biodiversiteit, die al verzwakt is door de versnippering van het woud als gevolg van de infrastructuur. Stichting Zoniënwoud roept toekomstige verkozenen op om actie te ondernemen ter ondersteuning en bescherming van dit uitzonderlijke natuurlijke erfgoed.


Ecosysteem beschermen

De uitzonderlijke ecologische en erfgoedwaarde van het Zoniënwoud vertaalt zich concreet in de vele beschermingsstatuten die het woud geniet: het classificatiebesluit van 1959 erkent de historische, esthetische en wetenschappelijke waarde van het woud en verbiedt elke vermindering van zijn oppervlakte. Het Natura 2000-statuut vereist de instandhouding van beschermde habitats en zeldzame soorten op Europees niveau. De erkenning als UNESCO Werelderfgoed is een belofte aan toekomstige generaties voor de permanente bescherming van het woud. Deze beschermingsstatuten moeten strikt gerespecteerd worden! Ook de bosranden en de omliggende groene ruimten dragen bij tot het bosklimaat en de ecologische rijkdom van het massief. Ze maken integraal deel uit van het ecosysteem. Het gebied rond het bos beschermen tegen nieuwbouw betekent dus ook het bos beschermen.

Op elk beslissingsniveau verwachten Stichting Zoniënwoud van de verkozenen dat ze het woud, zijn ecosysteem en de gebieden daarrond beschermen en dat ze paal en perk stellen aan gedoogbeleid en uitzonderingen.




Verbinden, versterken en uitbreiden

De Ring, de spoorweg en andere wegen hebben in de loop der jaren het woud versnipperd waardoor soorten en hun populaties geïsoleerd raakten. Om te voldoen aan de cruciale behoeften voor een levensvatbare fauna en flora dient het woud opnieuw ontsnipperd te worden. Dit kan door het aanleggen van nieuwe ecotunnels – zoals onder spoorlijn 161 – en ecoducten – zoals in Groenendaal. Op die manier draagt het woud ook bij aan een echt trans-Europees natuurnetwerk. Het sluiten van bepaalde wegen die het woud doorkruisen, moet overwogen worden. Het is ook op het bestaande wegennetwerk dat de noodzakelijke fietspaden moeten worden aangelegd en niet in het woud. De verlichting van de weginfrastructuur en van de aangrenzende woonwijken heeft eveneens een impact op de natuurlijke habitats. Om verstoring van deze habitats te beperken, dient de nachtelijke duisternis hersteld te worden. Dit kan door verlichting uit te schakelen of aan te passen. De gemeenten die deze stap reeds gezet hebben, bespaarden bovendien ook nog eens op hun energieverbruik. Uitbreidings- of natuurherstelprojecten zoals in het verleden met de renbaan van Groenendaal gebeurde en zoals binnenkort ook met de site van Derscheid op de planning staat, zijn voor herhaling vatbaar. De uitbreiding van het woud is een opportuniteit voor ons land om de Europese strategie wat betreft biodiversiteit te kunnen realiseren.


Centrale positie in de omliggende natuur

Het Zoniënwoud vormt samen met het Hallerbos, het Meerdaalwoud en de vallei van de Dijle de ruggengraat van de Brabantse Wouden. Het Vlaamse deel van de Brabantse Wouden verkreeg de prestigieuze titel ‘Nationaal Park’. De drie gewesten en de twee provincies zetten zich samen in voor de bescherming en de versterking van de natuur in dit dichtbevolkte gebied. Dit is een goed begin, maar uiteindelijk moet in alle drie de gewesten de status van Nationaal Park toegekend worden. Het is ook noodzakelijk dat elk gewest voldoende middelen ter beschikking stelt om een gezamenlijke aanpak in het hele gebied te garanderen. In navolging van wat reeds gedaan wordt in het Zoniënwoud, moet een intergewestelijke structuur overleg mogelijk maken en een globale visie garanderen voor het volledige gebied. Elk nieuw project dient een toegevoegde waarde te bieden aan het woud. Vergroening van wegen, wijken en gebouwen moet de kern vormen van elke politieke actie. Stedelijke parken moeten evolueren in de richting van groene verwilderde corridors waar de verspreiding van diersoorten en autonome natuur voorrang krijgt en het onderhoud beperkt wordt.




Regelgeving harmoniseren

De regelgeving moet in het gehele woudmassief geharmoniseerd worden en moet rekening houden met de ecologische rijkdom ervan. De Brusselse uitzonderingen die gebruikers het recht geven om de paden te verlaten en hun hond zonder leiband uit te laten, zorgen voor verwarring en genereren een onhoudbare druk op de biodiversiteit en het uitzonderlijke bodempatrimonium. Teneinde een intergewestelijke coherentie te waarborgen, conflicten met andere gebruikers te verminderen en de Natura 2000-doelstellingen te bereiken, is het nodig dat de bezoekers in het hele woud op de paden blijven en hun honden aan de leiband houden. Het harmoniseren van de regelgeving moet hand in hand gaan met de creatie van speelzones voor jeugdbewegingen en hondenlosloopzones in de nabijheid van de toegangspoorten en bij voorkeur buiten het woud.


Bosbeheerdiensten versterken

Naast hun beheertaken ziet het bospersoneel ook toe op de naleving van de regelgeving in het woud. Om de biodiversiteit te vrijwaren, op te treden ingeval van inbreuken, hoffelijkheid in de hand te werken en de veiligheid van iedereen te garanderen, is het essentieel dat dat bospersoneel voldoende talrijk is om ingezet te worden. Een geschikte infrastructuur en uitrusting moeten hen in staat stellen hun toezichthoudende en beheersfunctie in optimale omstandigheden uit te voeren.


Het onthaal van het publiek organiseren

Het woud speelt een essentiële sociale rol. Het onthaal van de bezoekers moet beter georganiseerd verlopen. Bovendien moet men ervoor zorgen dat bezoekers zich ervan bewust zijn dat ze een kwetsbare habitat betreden. De toegangspoorten moeten daarom geoptimaliseerd worden om de belangrijkste bezoekersstromen in goede banen te leiden. De ontwikkeling van hun informatieve en educatieve rol is prioritair. De toegankelijkheid via het openbaar vervoer moet worden bevorderd, kleine bosparkings moeten ontmanteld worden en de parkeerplaatsen bij de toegangspoorten moeten voorrang geven aan mensen met beperkte mobiliteit en fietsers. De parkings van lokale bedrijven, niet in gebruik tijdens het weekend, zouden aanvullend ingezet kunnen worden voor het onthaal van de bezoekers van het woud. Net zoals de ‘Rangers’ in de Europese Nationale Parken moeten natuurgidsen en vrijwilligers een rol spelen om het publiek te sensibiliseren. Hun betrokkenheid is noodzakelijk om het bezoekersonthaal te kunnen organiseren met respect voor het woud. Het recreatieve netwerk (ruiter-, fiets- en wandelpaden) moet bijdragen om bezoekers over de juiste paden te leiden en om, ondanks de toenemende menselijke druk, het voortbestaan van de flora en fauna van het Zoniënwoud te garanderen Maar anderzijds zullen bepaalde paden in kwetsbare zones ook ontoegankelijk gemaakt moeten worden voor bezoekers. Al deze maatregelen moeten een betere bescherming van het woud bevorderen.

De engagementen van de intergewestelijke Structuurvisie niet uit het oog verliezen

De intergewestelijke Structuurvisie van 2008 verbindt de gewesten ertoe het ecologische hart van het bos te beschermen door een gemeenschappelijke visie op het woudmassief toe te passen. Het verbeteren van het ecologisch functioneren en het herstellen van de samenhang en ruimtelijke integriteit van het woud staan boven alles.

Stichting Zoniënwoud verwacht van de toekomstige verkozenen dat ze de bestaande verbintenissen van hun respectievelijke gewesten nakomen.

In dit opzicht verwacht men dan ook dat de aankondiging om de ‘Derscheid’-kliniek in het Zoniënwoud af te breken en de site terug te geven aan de natuur, omgezet zal worden in daden.





Stichting Zoniënwoud ten dienste van het Zoniënwoud

Stichting Zoniënwoud werd opgericht op basis van het samenwerkingsakkoord tussen het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest op 25 april 2017. In het kader van haar missie – het stimuleren en ondersteunen van initiatieven en intergewestelijke samenwerkingsverbanden ten voordele van de bescherming en de versterking van het Zoniënwoud – organiseert Stichting Zoniënwoud publieksparticipatie, informatie-uitwisselingen, communicatie, gestructureerd onthaal van het publiek en gegevensverzameling. Het Bestuursorgaan van de stichting bestaat uit beheerders van het Zoniënwoud, vertegenwoordigers van de regeringen van de drie gewesten en onafhankelijke bestuurders. Zij ondersteunen de stichting met hun expertise op het gebied van erfgoed, bosbeheer, rewilding en stedenbouw. Dit geeft de stichting een grote legitimiteit om in samenwerking met anderen een breed draagvlak te bieden voor de bescherming van het Zoniënwoud. De coördinatie van de Unesco-serie bezorgt de Stichting een centrale rol binnen het netwerk van de 18 deelnemende landen met hun 94 Europese oude beukenbossen. Deze troef wordt benut om internationale samenwerking te bevorderen en Europese financiering aan te trekken ten voordele van het Zoniënwoud.


Foto's © Michel Van Mullem

102 weergaven0 opmerkingen
bottom of page