top of page

Definitief bod voor iconische landhuis Ter Nood dat in de etalage stond



OVERIJSE - De biedingsperiode voor landhuis Ter Nood in Overijse werd afgesloten. Het definitieve bod bedraagt 2.950.000 euro. Ter Nood is een groot cottagegetint landhuis, gebouwd als kuuroord begin 20ste eeuw met omringende bomenrijke tuin. Het domein ligt ten zuidwesten van het centrum van Overijse, verscholen achter Brasserie Den Tram aan het Stationsplein. Het huis raakte zes jaar geleden in het (regio)nieuws toen het als opvangplaats voor 70 minderjarige vluchtelingen ging ingericht worden. Ter Nood is ook een voormalig studiecentrum van het ACV en bevat als dusdanig enkele congresfaciliteiten.

Een gegadigde had dus bijna drie miljoen veil voor het iconische pand in hartje Overijse. Het is schitterend gelegen en bevat nogal wat exploitatiemogelijkheden al dient rekening worden gehouden met het feit dat het hier om bouwkundig erfgoed gaat.

Het landhuis bevat verschillende grote receptiezalen, 20 kleine kamers inclusief badkamer, en een recent amfitheater met 120 zitplaatsen. De verkoper promootte het pand als privé verblijf, voor het inrichten van appartementen, als evenementenoord, pand voor een onderneming met de nodige bureelruimte, als restaurant, hotel of co-living, co-working, privé school... Kortom, Ter Nood heeft mogelijkheden zat en de uitgebreide bijhorende groene omgeving maakt het plaatje des te aantrekkelijker. Dat alles na enig renovatie- en wat aanspassingswerken want het gebouw stond enige tijd leeg. De Oppervlakte van de grond bedraagt 35750 m², de bewoonbare oppervlakte 2625 m².


Homeopathie

'Op het perceel stond al bebouwing aangeduid op de Ferrariskaart (circa 1771-1778), ten noordwesten van het ertegenover gelegen pachthof "Ternoudt", waaraan "Ter Nood" zijn naam ontleend heeft', lezen we in een historiek. 'In 1906 werd het domein bestaande uit verschillende percelen verkocht door Jean-Baptiste Drugman, directeur van de Société Générale, aan Ferdinand Decoster, brouwer uit Sint-Gillis. Kort daarrna, in 1911, werden de percelen met hierop enkele serres verkocht aan Ernest Nyssens – Verbijsen (sic.) (Verleysen), dokter. Nyssens was een pionier op het vlak van homeopathie en eveneens de stichter van de Belgische Vegetarische Vereniging. Een nieuwe constructie werd in 1912 geregistreerd als "clinique", op een perceel genaamd "Tesnoot". De andere percelen werden lusttuin. Deze "clinique" was een kuuroord of "Etablissement de cure et de repos à Overyssche". Het opent zijn deuren in hetzelfde jaar. De "gezonde" ligging van Overijse werd gepromoot in een brochure. Uit dezelfde brochure blijkt dat er vooral patiënten welkom waren die lijden aan ziekten van het spijsverteringsstelsel, diabetes, nierziektes, zwaarlijvigheid en gewrichtspijnen. De instelling was er op gericht de diëten individueel aan te passen. Besmettelijke of psychiatrische patiënten waren niet welkom. Het gebouw was onder andere uitgerust met lichtbaden, stoombaden en een stoomdouche en beschikte over het "moderne" comfort. De tuin was voorzien van een boomgaard en in de vijvers kon gezwommen worden. Er was ook voldoende gelegenheid tot ontspanning en sport'.


(Foto Michel Van Mullem)


Luxe residentie en rusthuis

Dat het een oord met geschiedenis is, valt te achterhalen uit tal van publicaties en beschrijvingen zowel in kadasternotities als in non-fictie werk. Zo zou dokter Nyssensin in 1919 het kuuroord hebbenverlaten en het beheer ervan nagelaten aan zijn ex-vrouw. Vanaf eind jaren 1920 is het kuuroord eigendom van de "Samenwerkende Vennootschap Ter Nood". In de jaren 1930 staat het beschreven in een brochure als "maison de convalescence, cure d’air et de repos, vie de famille". Aan de toegang staat "Ter Nood, maison de repos". Er is geen permanente dokter meer aanwezig en het landhuis heeft ondertussen een reputatie opgebouwd als luxe residentie en rusthuis. Kunstenaar Jozef De Coene bracht de laatste jaren van zijn leven door op Ter Nood, na beschuldigingen van collaboratie tijdens de Tweede Wereldoorlog.

'In 1950 koopt het Algemeen Christelijk Vakverbond het domein om er een studiehuis in onder te brengen', klinkt het verder. Kort hierna in 1951 werd de rechtervleugel bijgebouwd. Dit nieuwe studiehuis werd ingewijd op 1 mei 1952. Buiten het A.C.V. werd het ook beschikbaar voor de Kajotters, de Katholieke Werkliedenbonden, de Christelijke Mutualiteiten en het Internationaal Christelijk Vakverbond. In 2013 sloot het studiecentrum van het A.C.V. de deuren.


(Foto Michel Van Mullem)


(Foto Michel Van Mullem)



831 weergaven0 opmerkingen
bottom of page